Wel of niet lunchen met bankiers?
Drie jaar geleden heb ik mij ingeschreven bij een bekend sprekersbureau. Op verzoek van het bureau zelf overigens; zo gaat dat als je met je smoel op tv komt. Dat heeft mij sindsdien een slordige tienduizend euro opgeleverd.
door Ewald Engelen 27-05-2015
Meestal waren het banken die mij uitnodigden, soms vermogensbeheerders, een enkele keer een verzekeraar. Mijn rol was steevast die van bankbasher. Niet dat het er iets toe deed: mijn naam diende slechts om de eigen ruimdenkendheid te etaleren.
Twee weken geleden heb ik me uitgeschreven. Aanleiding was een blog van Ada Colau, de lijsttrekker van de progressieve coalitie die afgelopen zondag de verkiezingen in Barcelona won. Onder de titel ‘Wel of niet lunchen met bankiers’ beschrijft zij hoe ze sinds haar lijsttrekkerschap wordt benaderd om te lunchen met prominente Spaanse bankiers die haar onder het genot van een goed glas wijn de bancaire kant van het verhaal willen laten zien.
Colau legt in haar blog haarfijn uit waarom zij dit soort uitnodigingen mijdt als de pest. Wie buiten het oog van pers en kiezers contacten onderhoudt met banken maakt een parodie van het democratische mandaat dat de kiezer de politicus heeft gegeven. Absolute transparantie is het wapen waarmee Barcelona en Comú, het platform dat Colau vertegenwoordigt, de democratische rot van vriendjespolitiek, draaideuren, lobbyen, omkopen en fraude te lijf gaat.
Democratie bestaat bij de gratie van twee basisnormen: scheiding der machten en externe controle door pers en wetenschap om de integriteit van het besluitvormingsproces te waarborgen. Veel babbelen we over het eerste: politici die zich bemoeien met zaken die nog onder de rechter zijn; fractiediscipline die het dualisme tussen parlement en kabinet schaadt; een te politieke rol voor de Eerste Kamer die het politieke primaat uitholt – gretig storten wij ons op dit soort quasi-staatsrechtelijke zaken.
Angstvallig zwijgen we over het tweede: journalisten die schnabbelen als dagvoorzitter; het ontbreken van een (verplicht) lobbyregister in Brussel en Den Haag; een niet-openbaar ledenbestand van Nieuwspoort, het Haagse debatcentrum waar ‘journalisten, overheid en belangenbehartigers zo graag de wegen kruisen’, zoals de website eufemistisch zegt; freelancers die journalistieke producties afwisselen met goed betaald pr-werk voor derden; politici die hun netwerk verzilveren door zich te verhuren aan banken, bedrijven en lobbyisten; redacteuren die van de ene op de andere dag opduiken als voorlichter of als perschef van de premier.
Is het normaal dat een hoogleraar bancair bijbeunt?
Om de hand in eigen boezem te steken: ook academici kunnen er wat van. Hoogleraren die zich vorstelijk laten betalen voor rapporten en spreekbeurten, zich als consultant verhuren aan overheid en grootbedrijf, hun professoraat publiekelijk misbruiken om hun private belangen als advocaat, fiscalist of accountant een zweem van respectabiliteit te geven. Om maar te zwijgen van de vele recepties, borrels en conferenties waar ondernemers, bankiers, ambtenaren, politici, journalisten en hoogleraren elkaar functies, informatie en erkenning toefluisteren.
Het gevolg is normvervaging. Is het normaal dat een hoogleraar bancair bijbeunt? Is het normaal dat een hoge ambtenaar zijn fiscale kennis slijt aan een accountantskantoor? Is het normaal dat een lid van het Europees Parlement verantwoordelijk voor financieel toezicht in dienst treedt van een verzekeraar? Is het normaal dat een voormalige regeringsleider commissaris wordt bij een grootbank? Is het normaal dat een parlementariër zijn termijn niet uitzit en tussentijds overstapt naar een lobbyist voor de farmaceutische sector? Is het normaal dat een journalist jijt en jouwt met de bestuurders die hij moet controleren? Is het normaal dat een niet-gepromoveerde ondernemer zich hoogleraar mag noemen? Dat politici geprivatiseerde zorgverzekeraars leiden? Dat het hoofd van de bouwlobby in de Eerste Kamer zit?
Dat het dienen van de publieke zaak vaker wordt gebruikt als opstapje naar het grote(re) geld is nog het minste probleem. Dat geldt al evenzeer voor het feit dat deze voorbeelden rieken naar zelfverrijking en dus twijfels oproepen over de integriteit van de personen die politiek en openbaar bestuur bemensen. Een al wat groter probleem is dat burgers door deze rolverwisselingen het zicht kwijtraken op wie nou wat namens wie zegt – wat de electoralePolitikverdrossenheit alleen maar verder voedt.
Maar het grootste probleem is dat je door te vriendschappelijke verhoudingen met politiek, ambtenarij en bedrijfsleven sluipenderwijs je kritische distantie verliest. Dat is subtieler dan het platte principe van ‘wie betaalt, bepaalt’ en coöptatie. Wie de machthebbers mag tutoyeren, heeft hun wereldbeeld al lang geïnternaliseerd. En ja, dan is dit allemaal inderdaad volkomen normaal.
Tot je er door iemand als Colau aan wordt herinnerd dat het dat niet is.
Vandaar.
Lees onze huisregels ook even. Wilt u ook meediscussiëren maar bent u nog geen lid? Meld u dan hier aan en geniet van alle voordelen.